EHBO-diploma voor de BSM-leerlingen uit 4 havo

09-03-2023

Leerlingen uit 4 havo hebben voor het vak Bewegen, Sport en Maatschappij (BSM) een EHBO-cursus gevolgd. De lessen EHBO werden gegeven door de docenten BSM. De cursus werd met een officieel examen afgesloten en stond onder leiding van instructeur van het Rode Kruis. Leerlingen gingen in tweetallen alle competenties af. Van reanimatie tot de stabiele zijligging, maar gingen o.a. ook aan de slag met het verbinden van wonden en het geven van eerste hulp bij een beenbreuk. Op het Assink lyceum wordt al heel wat jaren het vak BSM gegeven, maar wat houdt het vak eigenlijk in? In dit nieuwsitem vertellen we er meer over.

Wat houdt het vak BSM in?

Leerlingen die de havo doen, kunnen in leerjaar 4 in hun vrije profieldeel kiezen voor het vak BSM. BSM is voor leerlingen die van sport en bewegen houden én het organiseren van activiteiten interessant vinden. Zij organiseren bijvoorbeeld een voetbaltoernooi en begeleiden basisschoolleerlingen tijdens een basketbaltoernooi. Er wordt veel aandacht besteed aan praktische vaardigheden, waaronder lesgeven, leidinggeven en praten voor een groep. De leerlingen leren goed samenwerken, plannen en op een opbouwende manier feedback te geven. Ook leren zij van alles over gezondheid, voeding en het bewegingsapparaat.

In leerjaar 4 van de havo volgen de leerlingen 4 uur per week het vak BSM. Tijdens deze uren krijgen zij gemiddeld 3 uur praktijk en 1 uur theorie. In 5 havo krijgen zij 2 uur per week BSM. Zij leren dan de theorie in de praktijk toe te passen.

Regelen in verschillende rollen

Tijdens het vak BSM krijgt de leerling verschillende rollen, waarin je verschillende opdrachten krijgt en moet uitvoeren. In de rol als beweger ga je bijvoorbeeld een warming-up geven of activiteiten ontwerpen. In de rol als begeleider ga je lesgeven aan een klas, coachen, scheidrechter spelen of in jury plaatsnemen. Tenslotte is er nog de rol van de organisator. Je gaat activiteiten organiseren, evalueren, verslaglegging doen en deelnemen aan het openbaar schoolexamen.

Verschil BSM en Lichamelijke Opvoeding

Het verschil tussen BSM en lichamelijke opvoeding is onder andere dat leerlingen op verschillende onderdelen dieper ingaan op de spelregels. Bijvoorbeeld honkdekking bij softbal en blokkeren en smashen bij volleybal. Ook komen er andere sporten aan bod. Zoals boksen en atletiek meerkamp op de atletiekbaan. Het gemiddelde beweegniveau ligt vaak wat hoger dan in de reguliere LO lessen en er zijn theoretische opdrachten en toetsen.

Voorbeelden uit het werkveld waarin dit vak terugkomt

De volgende studies/beroepen zijn voorbeelden waar voormalig BSM-leerlingen voor gekozen hebben:

  • Docent Lichamelijk Opvoeding
  • Fysiotherapie
  • Sportkunde
  • Defensie
  • Evenementen organisatie
  • Leidinggevende functies

Voordelen vak BSM

Leerlingen die het vak BSM hebben gevolgd ervaren veel positieve aspecten aan het vak. Hieronder staan een aantal van deze voorbeelden:

  • Door de beweegtijd is het een goede afwisselingen met de theorievakken op school waar leerlingen veelal stilzitten.
  • Doordat leerlingen veel moeten samenwerken, leren ze elkaar nog beter kennen. Dit zorgt voor een fijn groepsgevoel.
  • Leerlingen hebben elkaar nodig om iets te kunnen organiseren en te kunnen bereiken. Daarvoor moeten ze goed kunnen samenwerken.
  • Doordat leerlingen o.a. les moeten geven leren zij om voor een groep te staan.
  • Bewegen wordt gebruikt als middel gebruiken om allerlei competenties te ontwikkelen.
Thumbnail 20230217 102723

Ga terug